Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Om [29]te openen [30]de blinde ogen, om de gebondenen [31]uit te voeren uit de gevangenis, [en] uit het gevangenhuis, die in [32]duisternis zitten. 29. Te weten door de predikatie van het heilige Evangelie en de verlichting van den Heiligen Geest; zie Hand.13:46,47, en Hand.26:17,18. 30. Te weten de ogen van het verstand. Zie hfdst.35 vs.5. 31. Te weten uit de geestelijke dienstbaarheid der zonde en des duivels, de uitverkorenen alzo bevrijdende en verlossende uit den schrik en de vrees der hel. Zie hfdst.49 vs.9, en hfdst.61 vs.1; Luk.4:18; Hebr.2:14,15. 32. Versta hier, de duisternis der onwetendheid. Zie boven, hfdst.9 vs.1.